Blijf op de hoogte
Nieuws

Maak kennis met Brecht

7 december 2023

Aan de hand van enkele vragen en antwoorden leer je onze bewegingsmedewerker alvast wat beter kennen!

Vertel waarom je graag bij Amarant aan de slag wilde gaan?
Omdat ik me geen organisatie kan voorstellen die beter matcht met  mijn profiel!
Ik heb een diploma Sociaal-Cultureel Werk en heb voordien ook nog kunstwetenschappen gestudeerd. Die laatste studie heb ik wegens omstandigheden niet helemaal voltooid, maar dat neemt niet weg dat ik sindsdien gulzig aan culturele consumptie ben blijven doen.
Voor mij is het ook belangrijk om kunst vanuit een maatschappelijke betrokkenheid te benaderen.
Als ik naar de samenleving kijk, maak ik me weleens zorgen over de schijnbare fragmentatie.
Soms lijkt het alsof ik niets gemeen heb met een nachtwinkeluitbater of een landbouwer, behalve dat we in hetzelfde land wonen. We zitten allemaal in onze eigen bubbel, met onze eigen referentiekaders. Toch maken we allen deel uit van hetzelfde economische en politieke systeem. We nemen er alleen een andere positie in.
Ik ben zeer sterk overtuigd van het potentieel van kunst en cultuur om de onderliggende samenhang bloot te leggen en sociale cohesie te bevorderen. Bij Amarant hoop ik daartoe te kunnen bijdragen.

Je bent aan het werk als bewegingsmedewerker. Wat houdt dat specifiek in, en waar ben je momenteel mee bezig?
Een bewegingsmedewerker zorgt voor beweging in de samenleving. Via vormende en mobiliserende initiatieven stimuleren we actieve participatie.
Dat klinkt natuurlijk wel heel vaag. Het hangt dan ook van de organisatie waar een bewegingsmedewerker voor werkt af hoe dit in de praktijk vorm krijgt.
Bij Amarant betekent het dat ik me bezig houd met de voorbereiding van projecten waarbij we verschillende doelgroepen mee hopen te bereiken.
Daarnaast verricht ik in alle stilte ook al wat denkwerk over het thema ‘democratie’. Daar willen we met Amarant in 2024 van alles rond gaan doen. Ik broed stiekem al op allerlei plannen hiervoor.

Vertel iets over jezelf en over je passies
Ik kamp een beetje met het probleem dat ik een teveel aan passies en interesses heb. Maar in de meest algemene zin kan ik zeggen dat ik gedreven wordt door een positief mensbeeld en dat daar een fascinatie voor unieke menselijke eigenschappen, zoals samenwerking, creativiteit en verbeelding uit voortvloeit (of andersom).
Vooral de enorme diversiteit in manieren waarop mensen creatief zijn wekt een blijvende verwondering bij me op. Daarom vind ik kunstgeschiedenis ook zo boeiend om te bestuderen.
Ik probeer daarbij vooral het bredere plaatje te begrijpen. Tijdens de 15de en de 16de eeuw vonden bijvoorbeeld zowel in onze streken, als in het huidige Italië, grote innovaties plaats binnen de schilderkunst.
Maar ten zuiden van de Alpen heersten heel andere opvattingen over hoe een schilder de werkelijkheid moest weergeven dan  in het noorden.
De zogenaamde Vlaamse Primitieven (niet zo’n goede term, maar bij gebrek aan beter maak ik er gemakshalve toch gebruik van) hadden een heel detaillistische stijl. Gods schepping moest zo correct en volledig mogelijk in beeld worden gebracht. Idealiseren was uit den boze.
De Italiaanse Renaissance schilders hadden een heel andere visie. Onder invloed van het Neoplatonisme vonden zij dat je net wel moest gaan Idealiseren om bij de werkelijkheid te komen. Dit soort tegenstellingen interesseren me meer dan de focus op één bepaalde stroming.
Om die reden vind ik het bijvoorbeeld ook een beetje onnozel om steeds te moeten kiezen tussen de Beatles en de Stones. Want in de tegenstelling tussen beiden zit net de meeste muziek!
Een heel ander thema dat ik sinds kort steeds belangrijker ben gaan vinden is dekolonisatie. Door één en ander te lezen over de geschiedenis van Congo ben ik gaan beseffen hoe belangrijk kennis van het kolonialisme is om de wereld van vandaag te begrijpen. Eigenlijk is het voortschrijden van dit inzicht in mijn hoofd nog volop bezig.
Wanneer ik nadenk over mijn eigen kijk, luister en lees gedrag, merk ik dat mijn persoonlijke smaak toch nog wel heel erg op onze eigen cultuur is gefocust. Behalve hier en daar een niet-westerse muzikant ben ik maar weinig vertrouwd met kunstuitingen uit andere continenten. Maar ik ben nieuwsgierig genoeg om daar verandering in te brengen!

Welk kunstwerk heeft je het meest van je sokken geblazen en waarom?
Zoals ik net al zei vind ik het geraak ik vooral geïntegreerd als ik een meer overschouwende blik kan opzetten.  ‘Van mijn sokken geblazen worden’ is ook niet echt het soort ervaring waar ik naar op zoek ben in kunst. Volgens mij schuilt er een grotere kracht in een trage, procesmatige band met een bepaald werk.
Ik heb bijvoorbeeld wel een grote boon voor Hugo Claus’ gedicht ‘waarover spreken’. Maar dit  is alleen maar één van mijn favorieten kunnen worden, omdat ik door de jaren heen ook veel van zijn andere gedichten heb gelezen. Daardoor kon ik gaandeweg veel meer betekenis vinden in dat ene gedicht.
Ik word ook enthousiast wanneer eenzelfde thema of verhaal binnen verschillende artistieke contexten steeds anders benaderd wordt. Ooit had ik het genoegen om een screening van de film Wuthering Heights uit 1939 in de Brusselse Cinematek bij te wonen. Deze film is gebaseerd op het gelijknamige boek van Emily Brontë, maar op zichzelf ook een klassieker. De vreemde combinatie van het liefdesverhaal en de duistere, bijna angstwekkende ondertoon maakte een grote indruk op mij.
Na die screening heb ik de bekende song van Kate Bush, ook op het boek gebaseerd, dagenlang op repeat gezet.
Van het één moest wel het andere komen. Dus ben ik uiteindelijk de roman zelf ook gaan lezen en ook daar heel erg van gaan houden. Door mijn passie voor het boek is ook mijn passie voor de film en de song toegenomen. Dat geldt ook in de andere richtingen.
Het zijn dan ook alle drie meesterwerken. Maar dan wel drie keer volgens de regels van een totaal andere kunst.

Heel benieuwd naar welk boek er op je nachtkastje ligt …
Een non-fictieboek:  ‘Het begin van alles’ door David Graeber en David Wengrow. Die eerste David was een antropoloog, maar is helaas nog voor de publicatie van het boek overleden. Zijn co-auteur is een archeoloog.
Met inzichten uit deze twee disciplines wilden ze met dit boek een alternatief aanreiken voor het mainstream verhaal over geschiedenis, zoals we dat bijvoorbeeld bij Harari vinden.
Dat vinden ze te deterministisch en te stereotyperend in de beschrijving van historische perioden zoals jager-verzamelaars en de overgang naar sedentaire levensvormen. Graeber en Wengrow beschrijven die op een veel genuanceerdere manier.
De onderliggende boodschap lijkt me dat de samenleving zoals wij die nu kennen ook maar de uitkomst is van een complexe samenloop van toevallige historische processen is en dat de manier waarop wij zaken aanpakken evengoed op heel andere manier zou kunnen worden georganiseerd.
Zelf ben ik er nog niet helemaal uit in welke mate ik het eens ben met de schrijvers. Ik ben ook lang niet voldoende vertrouwd met deze materie om er echt een keiharde mening over te hebben. Maar aanzetten tot denken doet het zeker!

Nog vragen voor Brecht? Je kan hem bereiken op brecht@amarant.be!

Deze site maakt gebruik van cookies om informatie op uw computer op te slaan. Gaat u akkoord? Meer informatie