Sinds mei ‘68 heeft de traditionele tegenstelling tussen progressieven en conservatieven zich gradueel losgemaakt uit de sfeer van de traditionele partijpolitiek. Een centrale reden daarvoor is dat identiteitskwesties zich in het centrum van het politieke debat hebben genesteld, ten koste van de traditionele strijd tussen verschillende maatschappijvisies, met name na de val van het communisme. Het gevolg van deze personalisering van het politieke is dat zowat ieder domein van onze leefwereld het onderwerp is geworden van politieke aanspraken. Met de opkomst van sociale media in de laatste twee decennia hebben die aanspraken zich permanent op de voorgrond van het maatschappelijk bewustzijn geplaatst. Dat heeft geleid tot een toenemend militantisme en een radicalisering van beide kampen.
De nieuwe progressieven, met name de woke beweging, staat een egalitarisme voor dat aanstoot neemt aan ieder onderscheid dat hier afbreuk aan doet, zelfs als het van biologische aard is. Dat resulteert in zelfcensuur binnen het academisch onderzoek en een toenemende druk op de vrije meningsuiting. Het conservatieve antwoord is daarentegen steeds meer reactionair van aard: een terugkeer naar Christelijke waarden, nationale identiteit en autoritair leiderschap, terwijl men zich steeds vaker op zondebokmechanismen beroept.
Na twee sessies zullen de cursisten zich een beeld kunnen vormen van de filosofische en politieke wortels van deze ontwikkeling. Denkers als Foucault, Saïd en Spivak zullen daarbij een centrale rol spelen, samen met de erfenis van ’68. Daarnaast zullen de cursisten ook vertrouwd zijn met de hoofdlijnen van de argumentatie die in dit debat een derde weg bepleit, en met mogelijkheden die dit biedt voor dialoog en detente tussen beide antagonistische kampen.