Bozar blikt terug op het werk van Antoni Tàpies (Barcelona, 1923-2012) met een retrospectieve die een tijdreis maakt tussen 1944 en de jaren 1990. Het is de eerste grote tentoonstelling in België die een volledig beeld geeft van het werk van de kunstenaar.
Van vroege tekeningen en zelfportretten gaat de tentoonstelling verder met zijn bekende 'materieschilderijen' uit de jaren 50 en de voorwerpen en assemblages uit de jaren 60 en 70. Vervolgens zijn er de vernissen uit de jaren 80, waarmee hij enkele jaren eerder begon toen de Spaanse democratie het levenslicht zag, en er wordt afgesloten met werken uit de jaren 90, waarin Tàpies het formele en materiële experiment dat altijd centraal stond in zijn praktijk, voortzette.
Als autodidact tijdens het interbellum dacht Tàpies na over de condition humaine, zijn eigen historische situatie en de artistieke praktijk, meer bepaald over de grenzen en tegenstrijdigheden van de schilderkunst. Zijn zeer productieve oeuvre is over de hele wereld verspreid.