Edward Hopper wordt beschouwd als één van de voornaamste vertegenwoordigers van het Amerikaanse realisme uit het interbellum. Hij was de poëet van de grootsheid, de leegte en de uitgestrektheid van zijn vaderland. Hij schilderde het vereenzaamde leven van de grootstad.
Ook W.H. Auden had een voorliefde voor het natuurlandschap en het beeld van de grootstad. Na WO II keert het thema van de stedelijke anonimiteit terug in het werk van o.a. Saul Bellow en Paul Auster.
In de muziek wordt de ruwe natuur van het Noord-Amerikaanse continent gehoord bij Aron Copland, terwijl Charles Ives en Leonard Bernstein zich vooral op het stedelijke leven richtten.
Deze dag brengt een inzicht in de veranderingen in de maatschappij tijdens het interbellum; over het leven in de grootstad, en de sociale verarming die er het gevolg van was. Hopper, Auden en Bernstein zijn onze voornaamste gidsen.