Het Byzantijnse rijk stortte ineen, toen Constantinopel in 1453 veroverd werd door Ottomaanse Turken, en de stadsnaam veranderd werd in 'Istanbul'. Het Turkse rijk zou nog veel verder groeien, richting Kaukasus en Centraal Europa. Maar het verdrag van Karlowitz in 1699 markeerde het begin van de achteruitgang van het grootse Ottomaanse rijk.
Peter De Smet schetst deze historische context, die culmineerde aan het eind van WOI in opnieuw grote territoriale toegevingen. In 1922 eindigde ten slotte het Ottomaans sultanaat, toen Turkije een republiek werd met Kemal Mustafa (Ataturk) als eerste president.