Waarom verlaten mensen hun woonplaats en “migreren” ze naar andere gebieden? Zelden zomaar, meestal om een erg dwingende reden (bedreiging, hongersnood, zoektocht naar een beter leven). Deze migraties gebeuren niet alleen vandaag, maar zijn van alle tijden!
Deze cursus focust specifiek op de minder gekende maar erg ingrijpende migraties van tientallen volkeren langs de uitgestrekte Euraziatische steppegordel tussen Hongarije en Mantsjoerije, een gebied van ongeveer 8000km lengte.
Met de vroegste Indo-Europese bewegingen, ca. 1500 v. Chr., liggen deze migraties vaak aan de basis van nieuwe politieke en economische machten die, ondanks hun verschillende etniciteit, toch een sterke culturele éénheid zullen verlenen aan het Euraziatische steppe gebied. Deze éénheid zal haar absolute hoogtepunt vinden met de verschijning van de Mongolen in de twaalfde eeuw, wat het thema zal vormen van een andere cursus.
Naast tot de verbeelding sprekende volkeren als Xiongnu, Sarmaten, Hephtalieten, Yuezhi, Kipchak e.a., ontmoeten we Magyaren, Bulgaren en Turken, grondleggers van belangrijke hedendaagse naties.
We volgen hun specifieke historische migraties, hun sterk veralgemeende nomadische levenswijze, de ontwikkeling van hun politieke geschiedenis en hun uiteindelijke opgaan in beter georganiseerde en stedelijke beschavingen. Uit het constante economische en militaire spanningsveld tussen rondtrekkende herdersvolkeren en aan grond gebonden landbouwers, ontwikkelt zich vaak een unieke, schitterende cultuur. Archeologie, antropologie en etnologie leren ons deze te ontdekken, vermits geschreven documenten maar erg schaars te vinden zijn.
