Het tijdperk van de avant-gardisten was zonder meer explosief!
Op een periode van minder dan tien jaar tijd volgden de stromingen elkaar: fauvisme, kubisme, futurisme, expressionisme ontstonden maar op enkele jaren van elkaar. Het centrum van die avant-garde was vaak Parijs of de Duitse cultuursteden München en Dresden. Wat kunnen onze Belgen daar tegenover zetten?
De Belgische cultuur was er vanaf het midden van de negentiende eeuw een die geprangd zat tussen Frankrijk en Duitsland. Aanvankelijk kwam het vuur uit Parijs, maar in toenemende mate drukten ook Duitse stromingen hun stempel op de Belgische kunst met het expressionisme als hoogtepunt.
In deze lessen worden stromingen voorgesteld, wordt er gewezen op de gelijkenissen en de veschillen met de buitenlandse kunst en worden Belgische kunstenaars in hun internationale context geplaatst. Zo hebben we het over Constantin Meunier, James Ensor, Fernand Khnopff, Rik Wouters en Constant Permeke, maar ook over een hele reeks minder bekende namen. Dit alles levert een uniek portret op van de Belgische kunst aan het begin van de Twintigste eeuw.